September 2019

The Annotated Galactic Center

Image Credit & Copyright: Miguel Claro (TWAN, Dark Sky Alqueva)

Explanation: The center of our Milky Way galaxy can be found some 26,000 light-years away toward the constellation Sagittarius. Even on a dark night, you can’t really see it though. Gaze in that direction, and your sight-line is quickly obscured by intervening interstellar dust. In fact, dark dust clouds, glowing nebulae, and crowded starfieds are packed along the fertile galactic plane and central regions of our galaxy. This annotated view, a mosaic of dark sky images, highlights some favorites, particularly for small telescope or binocular equipped skygazers. The cropped version puts the direction to the galactic center on the far right. It identifies well-known Messier objects like the Lagoon nebula (M8), the Trifid (M20), star cloud M24, and some of E.E. Barnard’s dark markings on the sky. A full version extends the view to the right toward the constellation Scorpius, in all covering over 20 degrees across the center of the Milky Way.

Source: https://apod.nasa.gov/apod/ap190927.html

De open samenleving en haar vrouwen

‘Inclusiviteit is het (vrouwelijke) toverwoord – een gevaarlijke en infantiele fantasmagorie’

In zijn ‘De Open Samenleving en haar Vijanden’ opent de Oostenrijks-Britse filosoof Karl Popper de aanval op Plato, Hegel en Marx, de filosofische wegbereiders van centraal geleide politieke systemen en historische wetmatigheden. Het wereldberoemde werk, dat in 1945 verscheen, is waarschijnlijk een van de meest hartstochtelijke pleidooien voor democratie en individuele vrijheid en tegen totalitarisme die ooit zijn gehouden.

‘Het streven naar vrouwenbevrijding is in de afgelopen decennia gemuteerd tot een ideologie met sterke totalitaire trekken’
Aan actualiteit hebben Poppers gedachten niet ingeboet. De totalitaire bedreigingen van de vrijheid openbaren zich graag onder de vlag van de een of andere vrijheidsstrijd. Dit geldt niet alleen voor (neo)marxisten, (neo)nazi’s of radicale islamieten. Men neme een willekeurig, begin jaren tachtig verschenen exemplaar van het feministische damesblad Opzij. Vervolgens vervangt men uit het een of andere artikel het woord ‘man’ door ‘slaaf’, ‘zigeuner’ of ‘jood’. Het resultaat is verrassend: met een beetje geluk (of pech) worden we geconfronteerd met een epistel dat niet zou misstaan in de boekenkast van welke racistische scherpslijper dan ook.

Nu zou men natuurlijk kunnen tegenwerpen dat iedere revolutie haar radicale, Jakobijnse fase kent die vanzelf wel weer overgaat. Men zou ook zijn schouders kunnen ophalen over zoveel onzin, ware het niet dat deze dames en hun (geestelijke) nazaten het politieke discours al sinds decennia in hoge mate bepalen.

Deze (vrouwelijke) achtenzestigers en hun dochters hebben niet alleen de emancipatie doorgezet, een vrijheidsstrijd die het inderdaad verdiende ondersteund te worden. (Pas in 1957 werden getrouwde vrouwen in Nederland juridisch handelingsbekwaam. Voor die tijd dienden zij zich te vervoegen bij de man van dienst). Het streven naar vrouwenbevrijding is in de afgelopen vier, vijf decennia gemuteerd tot een ideologie met sterke totalitaire trekken. In zekere zin is zij in haar Jakobijnse fase blijven steken.

‘De overweldigende meerderheid van degenen die in 2015 de binnenstromende illegalen bejubelden waren vrouwen’
Binnen de Atlantische cultuur heeft het feminisme belangrijke thema’s bezet zoals ‘de natuur’, ‘vrede’, ‘bewapening’, ‘mannen’, ‘mensenrechten’. Met een mengeling van diepe verontwaardiging en geraffineerde berekening wordt de wereld, dan wel het blanke mannelijke deel daarvan, op agressieve wijze met verwijten en directieven bestookt. Die ‘politiek correcte’ verontwaardiging is niet alleen uiterst selectief, zij bedreigt ook de cultuur van waaruit zij ageert.

Een voorbeeld. De overweldigende meerderheid van degenen die in 2015 de binnenstromende illegalen bejubelden waren vrouwen. Een ongeveer even overweldigende meerderheid van die migranten waren mannen en jongens in de zeer vruchtbare leeftijd tussen 15 en 35 jaar. Hier is niet de vraag relevant hoe groot de vrouwelijke animo geweest zou zijn wanneer het omgekeerde het geval was geweest, dus wanneer een vloedgolf van mooie, jonge Sheherazades het continent had overspoeld. (De vraag stellen is hem beantwoorden, lijkt mij). Relevant is dat agressie van de eigen mannen en jongens nadrukkelijk werd en wordt getaboeïseerd, terwijl die van archaïsche culturen op de koop wordt toegenomen, of erger. Het is, al dan niet bewust, een frontale aanval op zowel de culturele en nationale identiteit als op de open samenleving, begrippen die nauw met elkaar verbonden zijn, of dat in ieder geval waren.

Wat de nationale identiteit betreft is het misschien nuttig om op deze plek nogmaals de woorden van de grote Nederlandse cultuurhistoricus Johan Huizinga te memoreren. Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog maakte hij een onderscheid tussen ‘patriottisme’ en ‘nationalisme’. Patriottisme, aldus Huizinga, is ‘de wil tot handhaving en verweer van wat eigen en dierbaar is…’ Nationalisme daarentegen omschrijft hij als ‘de machtige drift tot heerschappij, de zucht om het eigen volk of den eigen staat te laten gelden voor, boven en ten koste van andere.’

Weerbaarheid en verdediging van de eigen cultuur, van de eigen grenzen, zijn intussen belaste (mannelijke) begrippen. Inclusiviteit is het (vrouwelijke) toverwoord – een gevaarlijke en infantiele fantasmagorie.

Zowel het marxisme-leninisme als het nationaalsocialisme ontwierpen synthetische mensbeelden die ver van de werkelijkheid, in ideologische petrischaaltjes, werden ontwikkeld. In de alledaagse praktijk waren zij niet levensvatbaar. Er bestond geen ‘socialistische persoonlijkheid’, geen ‘Übermensch.’ Alle pogingen om deze Frankenstein-constructies tot leven te wekken zijn jammerlijk mislukt en voorgoed gediscrediteerd.

Ook de (‘vrouwelijke’) poging een ‘witte hermafrodiet’ te ontwerpen die zijn archaïsche antithese zal omarmen is een perversie die tot mislukken is gedoemd. Al doet een blik op het culturele, politieke en academische establishment anders vermoeden: vrijheid in een open samenleving bestaat uitsluitend bij de gratie van begrenzing en de wil deze grenzen te verdedigen, zowel territoriaal als individueel. Wie meent dat, als je het maar hard genoeg hoopt en roept, alle mensen broeders en zusters zullen worden zal zijn of haar luchtrijk van de dromen waarschijnlijk niet op eigen kracht kunnen verlaten.”Door: Jan Herman Brinks , 15:26, 23 september 2019

We are Here to Communicate Outer Authority

We are all here to communicate our outer authority. It’s what we’re about. And we know it is not easy to find those that we can communicate with and we are understood. Human beings talking to each other, how little they hear each other. When your mind is in control of your life and you’re having a heated discussion with somebody, your mind is so busy trying to figure out how to win, control, defeat the other, defend oneself, and prepare the next sentence. And while you’re preparing the next sentence you don’t hear what’s being said because you don’t care, because you’re just dealing with homogenized views and homogenized views can always be argued about, because there is no universal truth. There isn’t. It’s a myth.

There are universal homogenized accept abilities. Truth is unique; it’s just unique. And it’s not about saying when someone receives outer authority and that person tells them something in that outer authority that does not have to become their truth. It is simply something that has been communicated. We don’t understand that kind of communication. We don’t.

This is the way in which the program tries to compensate, there are all these hidden fractal lines. There are these natural mathematical partners. It doesn’t mean they’re there to be your lovers, your friends, but they are certainly going to be those forces that when you communicate they hear it. And if it resonates within them they pass it along—“you’ll never guess what I heard yesterday.” This is the movement.

It’s why I’m always so concerned about simplicity. It’s not because I think that those beings that are interested in Human Design don’t have the grasp. The greatest dilemma of a knowledge like this is how misleading intelligence is. It’s misleading. When you understand the nature of fractal you realize that simple is the only way that you get beyond the third or fourth or fifth or sixth generation of communication. It’s the only way that anything moves. I’m a 5/1; I’m here to call universally. You can’t do that when the language is so complex that nobody can truly grasp it. It has to be simple.

And if something can be distilled down to the simple and stand up to testing, then it is something that will move down the fractal line. And it says something about all communication, is that one of the things that we avoid the most in our dealing with the other is the simple. We don’t say what we really think; we don’t say what we really feel. We couch things in coded expressions, innuendos, facial movement. We don’t really share what’s really there because we don’t know how, and I’m speaking of humanity. -Ra Uru Hu, Facets & Fractals, Advanced Base Theory